TIJDREISDAGBOEK
Het is niet omdat de pensionado een tijdreis maakt dat u de luie lezer mag zijn. Alles gaat de pensionado niet uitleggen. Het wordt een reis in hier, nu en toen. In heden en verleden tijd. Het pleidooi is er een voor een soepele mengvorm van is en was.
SCHEMERTIJD
MEI 1940
Vrijdag, 10 mei 1940. Woensdag lag onder somber grijs. Gisteren was het weer veel beter. De weersvoorspelling van 20u was daarom cruciaal. De nacht was donker. Bij nieuwe maan belichtte de zon onze kant van het hemellichaam niet.
Het codewoord Danzig werd om 21u20 in de Duitse hoofdstad verstuurd naar alle bevelhebbers. Oorlogsminister luitenant-generaal Wilhelm Keitel had voorzien dat iedereen kort daarna wist dat de aanval in het westen zou beginnen. Het XIXde Panzer Corps kreeg zijn marsorder rond 21u30.
Hitler vertrok in de late namiddag al met de Führer-trein Amerika naar het hoofdkwartier Felsennest op 40 kilometer van Bonn, vlakbij het nieuwe frontgebied. Hij verbleef er van 10 mei tot 6 juni.
Vanuit Berlijn kwam ‘s avonds laat, om 23u30, het bericht dat Duitsland bij het ochtendgloren zijn oorlog in het westen zou beginnen. Het duurde maar kort voor het gecodeerde bericht in Brussel ontcijferd werd. Wie geloofde het onmiddellijk en wie niet? De afzender was Stafbrevethouder Kolonel Georges Goethals, de militaire attaché in Berlijn. Hij kreeg zijn informatie van de Nederlandse majoor Gijsbertus Sas in de kanselarij aan de Rauchstrasse.
Kolonel Georges Goethals
Sas werd geregeld ingelicht door een Duitse militair, kolonel Hans Oster van de spionage-afdeling van de Wehrmacht. De Nederlander vond in eigen land weinig gehoor. De Lage Landen waren al te vaak gealarmeerd. Al voor middernacht werd iedereen nog maar eens gewaarschuwd. Om 23u35 waren alle eenheden op de hoogte. 610.000 man, 8% van de bevolking was onder de wapens. Wees paraat! De Duitsers komen! Echt! Zo ging dat al even in deze drôle de guerre. Een schertsoorlog in schemertijden.
4u35, dat stond er zwart op wit. In mei 1940 was er een tijdsverschil. Het was in Duitsland 1 uur later. Dat probleem was makkelijk op te lossen. De blitz ging beginnen. Was het bericht uit Berlijn in cijfertaal? Een mengeling van morse en muzieknoten? A-dag was 10 mei, X-uur was 4u35. De aanval op de neutrale Lage Landen en Luxemburg heette Fall Gelb. De aanval op Polen was Fall Weiss. Fall Rot, voor later gepland, moest Frankrijk helemaal oprollen. In volgorde wit, geel, rood. Fall van Überfall. Overval bij nacht en ontij.
Bommenwerpers ronkten over het donkere land. De Luftwaffe. Rond 5 uur vielen er bommen. Er werd geschoten. Stuka’s, duikbommenwerpers met een angstaanjagende sirene, gierden naar beneden. Er vielen brand- en fosforbommen. 136 divisies, 2.500 vliegtuigen, een honderdtal zweefvliegtuigen, 16.000 parachutisten. Daar was het Duitse offensief. Verhouding in aantal tanks: Duitsland meer dan 800, België 10. Het fort Eben Emael aan de Maas lag onder vuur. Het behoorde bij de Luikse fortengordel maar was toch dichterbij het Nederlandse Maastricht dan bij Luik. Het geschut van het fort werd in 15 minuten uitgeschakeld.
Deze keer was het serieus. De communicatie verliep moeizaam. De politici aarzelden. Kon er iemand al die berichten bevestigen? Hoe deden ze zoiets? Wie belde wie? Wie zat waar precies? Hubert Pierlot, de eerste minister, August De Schryver, Paul-Emile Janson, Paul-Henri Spaak, Camille Gutt, het land had een regering van nationale eenheid met veel bekwame mannen, politieke zwaargewichten, veel ervaring en partijloze specialisten op financiën, onderwijs en landsverdediging.
Iedereen bleef binnen. De radio aan. Er vielen bommen op het station van Schaarbeek, de luchthaven van Evere, op de rotonde waar nu Square Montgomery is en op het Madouplein. De ontploffingen deden heel Brussel daveren. De radio riep een bericht van landsverdediging om. Via kranten en aanplakbiljetten werd het reserveleger gemobiliseerd.
(foto gekleurd door ChatGPT)
“Alle weerbare mannen tussen 16 en 35 jaar, die hun militieverplichtingen nog niet vervuld hebben, moeten zich zo snel mogelijk aanmelden in een rekruteringscentrum. Ze worden geacht een deken mee te nemen en een mondvoorraad voor 24 uur.” Gendarmes gingen van deur tot deur. Jongens en mannen vertrokken naar Eeklo en Ertvelde, naar Binche, Bernissart, Erquelinnes, Quiévrain enzovoort.
Het land was in oorlog. Opnieuw.